woensdag 8 februari 2017

Bekijk het van de andere kant

Aanvallen

Als mensen tegen mijn baasje vertellen hoe naar ze het vinden dat ze weer een aanval heeft gehad, denk ik bij mezelf: maar bekijk het van de andere kant. Ik vind het niet erg als baasje een aanval krijgt. Dat betekend dat ik mag signaleren.
Als ik ga signaleren zijn mijn baasjes altijd erg trots op me, dan word ik beloond met een dikke knuffel. Na het signaleren is het tijd om te wachten tot de aanval komt, dat weet ik precies, we hebben dit al zo vaak gedaan. Maar dat wachten is ook niet erg, ik ga dan lekker dicht tegen mijn baasje aan liggen, als ze nerveus is duw ik mijn snoet tegen haar hals, en kruip ik met mijn koppie tussen haar hoofd en schouder. Soms ga ik juist gekke dingen doen, en moet mijn baasje lachen, dat maakt het minder erg om te wachten.
Nog een klein beetje spannend, de zuurstof
Of ik krijg een lekkere kauwstaaf om op te knauwen. Soms word ik zelf ook een beetje nerveus, want ik weet dat die aanval er aan komt. Maar op zo'n moment is baasje er ook voor mij. Dan stelt ze mij gerust. Zodat ik vervolgens haar weer gerust kan stellen. Het enige wat ik niet zo leuk vind is het gesis van de zuurstof, maar ik zorg gewoon dat ik daar niet dicht bij in de buurt kom.
Wel zijn we nu aan het trainen, en durf ik inmiddels bij baasje te liggen als ze de zuurstof op moet. De zuurstof is niet leuk, maar mijn overwinning en dat ik bij haar kan liggen is wél leuk!


Ziekenhuis

Moet baasje naar het ziekenhuis, dan blijf ik thuis, lekker in mijn mandje liggen. Mijn baasjes gaan nooit weg voordat we ons ritueel hebben voltooid waarin ze vertellen dat " ze áltijd weer terug komen". Ik word dan rustig en vind het oke. Ik ga dan graag alvast in mijn mand liggen. Zo kunnen ze rustig weg gaan. Zodra ze de auto starten ga ik voor het raam staan kijken, dan kan mijn baasje mijn grote punt oren nog even bewonderen voordat ze weg gaan.
En dan begint het: Inspectie rondes door het huis lopen, in de gaten houden of er geen vliegen of spinnen lopen --> die moeten dood. Hier en daar kan ik wat mensen-eten pikken en vervolgens het huis vol stoten met gassen (stink scheten, hele hele hele erge stink scheten).
Quality time met de grote baas.
Ik mag op de plek van kleine baas slapen
Ik verzamel al mijn knuffels en speeltjes op een plek, en ga daar dan rustig liggen slapen en waken. Ik pas op het huisje. Als ik een gekke bui heb verplaats ik al mijn speeltjes juist door het huis, zo kan baasje er niet door als ze thuis komt, en dan moet ik alle speeltjes een voor een komen apporteren zodat de rolstoel er langs kan. Slim, want och wat vind ze me knap als ik de kamer weer heb opgeruimd.

Mensen zeggen: Maar wat zielig, dan is hij helemaal alleen. Maar het is beter zo. Van het ziekenhuis krijg ik stress,  en daar hebben we allemaal niets aan. Dus ik mag op het huisje passen en daar heb ik rust bij.

 Natuurlijk is het niet leuk als ze naar het ziekenhuis moet, maar ik mag dan wél op haar kant van het bed slapen. Ook heb ik quality time met de grote baas. Wij kunnen heel goed knuffelen, dat doen we iedere dag als hij uit zijn werk komt, maar op zo'n moment hebben we dus gewoon een extra knuffel moment! Als er niemand thuis is om mij uit te laten wordt er altijd gezorgd dat ik niet alleen ben. En dan komt opa weer trouw op bezoek. Die gaat uitgebreid met me naar het bos en speelt met me. Ook verteld hij hele verhalen, en ondanks dat ik niet altijd weet waar het over gaat, vertel ik hele verhalen terug. En dan weet opa weer niet waar het over gaat. Maar dat maakt niet uit. Want het gevoel is goed, en daar gaat het om.

Het is niet leuk dat ze weg is, maar het is wél leuk dat ze weer terug komt. Och wat is het dan een feest. Kusjes, knuffeltjes, piepen en hele verhalen, speeltjes pakken, niet kunnen kiezen (bot of knuffel, of misschien mijn touw?)  rondjes rennen, kroelen, even afschudden en weer verder met ons leven. Niks aan de hand.

2 opmerkingen:

  1. Tja, alles heeft 2 kanten... om met Johan Cruyff te spreken: elk nadeel heb zijn voordeel!
    In elk geval doe jullie wat jullie kunnen, voor elkaar! want ook dat is 2 richtingsverkeer.

    BeantwoordenVerwijderen

Over mij

Ik ben Melanie (1991) en ik heb het Ehlers-Danlos syndroom en epileptiforme aanvallen. Ik gebruik een rolstoel voor langere afstanden. Snow is mijn hond, wij leiden hem op tot hulphond met dank aan Stichting Bulters en Mekke.