zondag 2 november 2014

Ik besta niet

Het laatste weekend van oktober was erg gezellig voor mijn baasjes. Er kwamen een stuk of 6 vrienden logeren, erg druk dus. Ik werd ontzettend enthousiast toen de bel ging en de eerste vrienden binnen stroomden. Ik heb van alles gedaan: gezongen, mijn touw gepakt, geprobeerd kusjes te geven, tegen ze aan beuken.. Niets hielp! Ik kreeg geen aandacht. Ze deden net of ik niet bestond. Daar was ik toch wel even helemaal ondersteboven van.
Ik deed mijn bijnaam (ijsbeer) eer aan, want piepend liep ik heen en weer door de kamer te ijsberen.

Op een gegeven moment ging ik maar naast Roos zitten, zij is immers degene met wie ik ontzettend goed kan zoenen. Maar nee, ze draaide haar hoofd weg. Toen heb ik maar een paar keer stevig met mijn dopneus in haar buik zitten porren (ja ik maak het haar wel moeilijk hoor), maar ook dat hielp niets.

Uiteindelijk heb ik me er maar geprobeerd bij neer te leggen. En ineens herinner ik mijn vorige blogje, hadden we het daar toen niet over? We zouden heel streng gaan worden wat betreft het aandacht geven, iedereen moet doen alsof ik niet besta (behalve mijn baasjes). Nou, streng was het zeker. Maar toch geeft het me ook wat meer rust. De komende keren zal ik het nog steeds erg raar vinden, maar uiteindelijk raak ik er wel aan gewend.

 Deze "oefening" wierp meteen zijn vruchten af, want voor het eerste sinds de afgelopen weken heb ik weer een aanval gesignaleerd in een drukke ruimte. Het was nog niet erg duidelijk, want mijn baasje merkte het niet op (dat ligt niet perse aan mij, zij moet ook gewoon goed opletten!). Maar gelukkig hadden haar vrienden het wel goed gezien; ik deed mijn best, maar was gewoon nog wat in de war.
Wil je nu dan spelen?

Na dit weekend had mijn baasje de griep behoorlijk te pakken. Ze lag een paar dagen lang alleen maar in bed te hoesten en proesten. Ik heb maar extra veel geluierd en geknuffeld. Van mijn kusjes knapt ze vaak wel weer op. Toch vond ik het ook wel lastig, want ineens moest ik mijn bos-ritjes missen en gingen we niet zo veel meer spelen.
Mijn baasje vond het ook best saai hoor, dat ziek zijn. Daarom is ze maar weer aan het haken geslagen (weer eens wat anders dan tekenen). Ze heeft een leuke knuffel gehaakt die ik zo lekker vast kan pakken met mijn bek. Hij heeft van die lange armen en benen die zo leuk rond vliegen als ik er mee heen en weer schud. En er zitten van die grappige harde oogjes op die je er zo lekker af kunt slopen. Maar jammer genoeg is die knuffel niet voor mij.. Ik mag ook helemaal niets!

Gelukkig is ze inmiddels weer opgeknapt en kunnen we heerlijk van het mooie weer genieten. Wat een gek idee dat het al november is! Het lijkt wel lente, maar dan met de mooie kleuren van de herfst.

Even een kleine tip voor al mijn collega's en gewone huishouden: In die bladeren kun je heerlijk rollen, er blijven dan een boel blaadjes aan je vacht hangen, hoe meer bladeren er blijven plakken, des te meer je er mee naar huis kunt nemen! Om ze goed aan je vacht te laten plakken kun je het best eerst even een modderbad nemen.

Het trainen gaat natuurlijk nog steeds door. Hoewel we het wel even op een laag pitje doen. Mijn baasje raakte namelijk best wel gestrest, ze wil het allemaal perfect doen. Maar gelukkig hebben we een lieve trainster, Erika, die haar er even aan herinnert dat het helemaal niet perfect hoeft, dat het vooral gaat om het samen werken. Weer een goede les voor mijn baasje. Het commando "tasje" gaat al steeds beter. Soms vind ik het nog moeilijk, als er ineens andere mensen in de kamer staan of als er iets is veranderd in de kast waar het medicijn-tasje in staat. Maar ondanks dat, weet ik hem uiteindelijk altijd te vinden.


Lieve Nina, mijn maatje. Tegenwoordig liggen we wel eens samen in één mand.
Nina wil het niet toegeven, maar stiekem vindt ze mij errug lief!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Over mij

Ik ben Melanie (1991) en ik heb het Ehlers-Danlos syndroom en epileptiforme aanvallen. Ik gebruik een rolstoel voor langere afstanden. Snow is mijn hond, wij leiden hem op tot hulphond met dank aan Stichting Bulters en Mekke.